Typische kenmerken van de Byzantijnse spiritualiteit zijn de grote eerbied voor het mysterie van God, die wij niet kunnen kennen. Van deze huiver is alles doordrongen.

God is de geheel andere, maar God komt wel naar de mensen toe: in Zijn woord, in Jezus Christus, die de ‘eikoon’, het Beeld van God is, in mensen-gestalte. God vervult de wereld en de kerk door de Heilige Geest. Het mysterie van Gods nederdaling vervult telkens opnieuw met huiver en kan mensen grote troost geven. God wordt mens opdat de mens goddelijk wordt.

Verder is kenmerkend dat de Verrijzenis van Christus zo centraal staat. Want wij mogen in Zijn Verrijzenis delen. Het lijden wordt gezien als een doortocht naar de heerlijkheid. Dit wordt niet alleen individueel beleefd maar gezien als iets voor de hele kosmos.

Zo krijgt de geloofsbeleving een kosmische dimensie.